Constructies met <i>krijgen</i> en <i>kry</i>: Een vergelijking vanuit (diachroon) constructiegrammaticaal perspectief
Constructions with <i>krijgen</i> and <i>kry</i>: A comparison from a (diachronic) constructionist perspective
Abstract
Zowel Nederlands krijgen als Afrikaans kry maken deel uit van verschillende constructies met een verbale aanvulling in de vorm van een voltooid deelwoord of infinitief, waarin krijgen/kry gedeeltelijk geauxiliariseerd is. Dit artikel gaat vanuit een contrastief en (diachroon) constructiegrammaticaal perspectief in op de formele en semantische eigenschappen van die constructies. Aangetoond wordt dat de Afrikaanse resultatieve constructie met kry + voltooid deelwoord zich verder heeft ontwikkeld dan haar Nederlandse tegenhanger met krijgen + voltooid deelwoord. Daartegenover staat dat in het Nederlands een frequent gebruikt krijgen-passief is ontstaan dat in het Afrikaans niet echt van de grond is gekomen, en dat er in het hedendaagse Nederlands ook aanwijzingen zijn voor productief gebruik van een modale constructie met krijgen + te-infinitief. De data voor het onderzoek komen hoofdzakelijk uit het SoNaR-corpus en het Taalkommissiekorpus.